In 2014 was het vijfentwintig jaar geleden dat Georges Simenon overleed. Naar aanleiding daarvan bracht De Bezige Bij enkele van zijn beste romans terug uit. Eén daarvan is De blauwe kamer. Het liefst wou ik de Franstalige versie lezen, maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan. In het landelijke bibliotheekje waar ik lid ben, was die niet te vinden. In de Fnac vond ik La chambre bleue niet. En in de Standaard boekhandel en Het Paard van Troje hebben ze geen Franstalige boeken (meer). Spijtig! Lezen Vlamingen tegenwoordig zo weinig in het Frans dat het de moeite niet loont om Franstalige lectuur aan te bieden?
Soit, ik las dan maar de Nederlandstalige versie. De openingsscène vindt plaats in de bewuste blauwe kamer. Tony Falcone is er samen met zijn minnares, Andrée. Achteloos beantwoordt hij haar vragen, zonder te beseffen dat de woorden die hij uitspreekt hem de rest van zijn leven zullen bijblijven.
“Echt waar, zou je je hele leven met mij samen kunnen zijn?”
“Zeker wel…”
“Weet je dat wel zo zeker? Zou je het niet een beetje eng vinden?”
“Eng waarom?”
“Stel je je voor hoe onze dagen eruit zouden zien?”
“We zouden wel wennen na verloop van tijd”, fluisterde hij zonder nadenken.
“Waaraan?”
“Aan ons tweeën.”
Zonder veel overgang zien we daarna Tony terug terwijl hij ondervraagd wordt door politie en gerecht. Tony wordt beschuldigd van een zwaar misdrijf, maar hetwelk is niet meteen duidelijk. Pas naar het eind van het verhaal kom je te weten welk drama zich heeft afgespeeld. Dat vond ik wel een originele insteek voor een detective.
Van bij het begin is ook duidelijk dat Tony de misdaad waarvan hij beschuldigd wordt, niet heeft begaan. Maar of hij daarmee helemaal onschuldig is, is minder zeker. Heeft hij het onheil niet mee veroorzaakt door zich met Andrée in te laten?
Wat ik een beetje miste in dit verhaal, was de psychologie van de karakters. Alleen over Tony’s drijfveren komen we iets te weten, want het verhaal wordt vanuit zijn perspectief verteld. Toch heb ik het graag gelezen. Wanneer ik een misdaadverhaal lees, dan zijn er twee dingen belangrijk: dat de feiten kloppen en dat het spannend is. Op beide punten was deze roman van Simenon dik in orde.
Vorig jaar vond ik ‘De Glazen Kooi’ op een rommelmarkt. Dat was voor mij een herontdekking van Simenon. Na jouw bespreking heb ik nu nog meer zin om zijn boeken te lezen. Dankjewel.
In de Fnac van Perpignan vond ik trouwens ook geen Simenons. Ik was er gaan zoeken na een enthousiast verhaal van mijn zus over de Congo-romans van Simenon. Misschien in Brussel …
Dankjewel voor je reacties, Canxatard! Ik wou één van de boeken lezen die De Bezige Bij als Simenons beste had geselecteerd. Dat zijn, naast De blauwe kamer: De danseres van Gai-Moulin, De premier en Een misdaad in Holland. Geen van die vier kon ik in Gent vinden. Frustrerend… In Brussel geraak ik niet vaak. Misschien is reservatie in een andere bib nog een optie, maar dat vraagt wat geduld…;-)