Een schrijver verkondigt publiekelijk te stoppen met romans schrijven, maar na een tijdje begint het te knagen. Hij beslist “kopiist” te worden, hoewel hij op dat moment zelf niet precies weet hoe hij dat zal invullen.
Het was geen echt beroep, dat besefte hij wel, maar het woord had een weerklank die hem overtuigde en die hem deed geloven dat het iets bepaalds was wat hij zocht. De handeling bracht iets discreets met zich mee, en iets van een geduldige manier van doen – een mengeling van bescheidenheid en plechtigheid. Hij zou niets anders willen worden dan dat: kopiist. Hij wist zeker dat hij er heel goed in zou zijn.
Na een bezoek aan een kunstgalerie komt hij op het idee om portretten te maken. Een beetje zoals een schrijver een naakt lichaam op doek zet, zo wil hij zijn modellen neerschrijven. Hij zoekt een ruimte waar hij zijn model kan laten “poseren”, gaat maniakaal op zoek naar passende verlichting en muziek om de ruimte te vullen, en vindt een zakelijke partner in Rebecca, die klanten voor hem zoekt. Bij het negende en laatste portret gaat er iets fout, waarna de schrijver van de aardbodem verdwijnt.
Jasper Gwyn zei dat we allemaal een bepaalde pagina uit een boek zijn, maar dan van een boek dat niemand ooit heeft geschreven en waar we vergeefs naar zoeken op de schappen van onze geest. Hij zei dat wat hij probeerde te doen, was dat boek te schrijven voor de mensen die bij hem kwamen. De juiste pagina’s. Hij wist zeker dat hij erin zou slagen.
In den beginne gaf ik de schrijver (Baricco dan) het voordeel van de twijfel. Zijn manier van observeren is raak, de taal eenvoudig en licht humoristisch. Het verhaal vond ik tamelijk bizar, maar ik was bereid even mee te gaan in een gedachte-experiment. Gaandeweg begon ik me toch te ergeren. Ik zou zo’n fameus portret, waar zijn klanten zo lyrisch over waren, wel eens willen lezen. Het bleef me allemaal te abstract. En wat eerst origineel leek, vond ik na een tijd kunstmatig.
Lichte teleurstelling dus wat betreft mijn eerste Baricco, maar ik heb hem nog niet opgegeven. Als ik de reclame-boys mag geloven vindt hij zichzelf bij elk boek opnieuw uit. Voor één keer wil ik ze geloven, dus blijven Zijde en een Een bepaald idee van de wereld nog even op mijn verlanglijstje staan.
Ik herken mijn indrukken in jouw recensie. Ik was achteraf ook danig ontgoocheld, al blijft het verhaal als dusdanig achteraf wel hangen doordat het zo origineel is. Maar zoals jij had ik ook graag zo’n portret gelezen.
Ik las ooit “De barbaren” van Alessandro Barrico en dat vond ik zo tegen vallen dat ik de eerste jaren geen boek van hem meer vast pak…