Deze keer een uitzending van annick-a-lu in plaats van annickleest. Ik kreeg dit Franse boekje vorige zomer cadeau van Margot, die een tijd geleden België voor Frankrijk ruilde. Où on va is een brief van de auteur aan zijn twee zwaar mindervalide zonen: Mathieu en Thomas. Het is een opeenvolging van korte overpeinzingen over hun handicap en over hoe hij daarmee omgaat.
Que ceux qui n’ont jamais eu peur d’avoir un enfant anormal lèvent la main.
Personne n’a levé la main.
Tout le monde y pense, comme on pense à un tremblement de terre, comme on pense à la fin du monde, quelque chose qui n’arrive qu’une fois.
J’ai eu deux fins du monde.
Hij overloopt alle dingen die voor “gewone” ouders evident zijn, maar waar hij alleen kan van dromen.
C’est l’automne. Je traverse la forêt de Compiègne dans ma Bentley, Thomas et Mathieu sont à l’arrière. Le paysage est d’une beauté indicible. La forêt est incendiée de couleurs, c’est beau comme un Watteau. Je ne peux même pas leur dire: “Regardez comme c’est beau.
Fournier houdt er de moed in door zijn wereld met humor te bekijken. Hij vindt het belangrijk dat er gelachen kan worden. Op de televisie mocht hij ooit getuigen over zijn zonen:
J’ai parlé de mes enfants, j’ai insisté sur le fait qu’ils me faisaient rire souvent avec leur bêtises et qu’il ne fallait pas priver les enfants handicapés du luxe de nous faire rire. Quand un enfant se barbouille en mangeant de la crème au chocolat, tout le monde rit; si c’est un enfant handicapé, on ne rit pas. Celui-là, il ne fera jamais rire personne, il ne verra jamais des visages qui rient en le regardant.
De televisiemakers hebben dit fragment uit de uitzending geknipt, omdat men vreesde dat het te veel mensen zou choqueren. In Frankrijk heeft Où on va, papa trouwens ook controverse uitgelokt. Fournier klinkt inderdaad soms hard; hij noemt zijn zonen lutins, mioches, zegt dat ze zaagsel in hun hoofd hebben of de hersenen van een vogel. Geïsoleerd klinken die woorden kil en hatelijk, maar in het boek houdt de liefde voor zijn zonen de boventoon.
Je voelt ook de wanhoop waarmee hij soms worstelt:
Quand je suis seul en voiture avec Thomas et Mathieu, il me passe quelquefois dans la tête des drôles d’idées. Je vais acheter deux bouteilles, une de Butagaz et une de whisky, et je les viderai toutes les deux.
Wat mij betreft is Où on va een eerlijk relaas, gebracht met veel liefde en humor, over een hyperdelicaat onderwerp. Merci, Margot!
Werd het boek ooit in het Nederlands vertaald? Mij lijkt het een goed en boeiend verhaal maar ik vrees dat mijn Frans niet (meer) goed genoeg is…
Geen nood, Voetje, er is een Nederlandse vertaling! Ik zag die vanmorgen toevallig in onze bib (Waar gaan we heen, papa).
Ik volg een cursus Frans op het werk, is dit boek gemakkelijk om te lezen?
Beste Hans, ik vond dit boekje zeer leesbaar. Ik heb misschien een woord of vijf opgezocht. Het zijn ook allemaal korte stukjes en het boek telt maar 150 pagina’s. Ik heb het trouwens (onder andere) ook met dat doel gelezen: beetje oefenen om wat vlotter te zijn bij Franstalige werkopdrachten.
Ok, je hebt me overtuigd, ik ga het aanschaffen.
Vreemd hoe makkelijk mensen zonder kennis van zaken oordelen over anderen… Ik kan me levendig inbeelden hoeveel ambiguë gedachten het hebben van een gehandicapt kind (laat staan twee!) kan tweegbrengen. Soms positieve, soms negatieve. Dat iemand daarvan getuigt zouden we moeten waarderen en koesteren, in plaats van te censureren (ik spreek dan over de reactie van de Franse media, uiteraard ;-).
Bedankt voor de tip !!!
Ben het helemaal met je eens, Frederic! Mocht Fournier zonder respect spreken over zijn zoons of over mindervaliden in het algemeen, dan mogen ze hem van mij censureren. Maar in zijn boek was dat zeker niet het geval.