De eerste zin: Het begin is eenvoudig aan te geven.
Helemaal in mijn nopjes stond ik aan de balie van de bib met mijn vangst: Dinsdag van Elvis Peeters. Na de lovende woorden van Meneer Jacques wou ik daar mijn tanden wel inzetten. Helaas, de baliebediende nam het mij af met de boodschap dat iemand anders het had gereserveerd. Tja, diene mens deed natuurlijk gewoon zijn werk, maar het zorgde ervoor dat ik met wat minder enthousiasme begon aan het alternatief: een boek uit 1997 van Ian McEwan, de schrijver van On Chesil Beach (misschien wel mijn lievelingsboek) en Atonement (ook al niet mis).
De vertaler had mijns inziens een vreemde bocht gemaakt door de Engelse titel “Enduring love” te vertalen naar “Ziek van liefde”. Standvastige, blijvende liefde lijkt me een na te streven ideaal, terwijl de Nederlandstalige titel wijst op een stoornis, dat is een groot verschil! Maar al lezend werd mij duidelijk dat de vertaling misschien beter aansloot bij het verhaal dan het origineel.
Het boek begint met een bizar accident. Een grootvader en zijn kleinzoon krijgen hun heteluchtballon niet aan de grond, de ballon dreigt door de loeiende wind meegesleurd te worden en vijf mannen die het voorval zien gebeuren, snellen ter hulp. Joe Rose, die samen met zijn vriendin Clarissa aan het picknicken was in de buurt, John (een arts), twee boerenknechten die op het veld aan het werk zijn en Jed Parry. Door aan de touwen te gaan hangen, proberen ze de mand aan de grond te houden, maar één voor één laten de mannen los. Alleen John blijft hangen en wordt meegesleurd door de ballon, valt er af en komt in gruzelementen beneden.
Het vervolg is al even ongewoon als de aanzet. Jed Parry vat kort na het ongeval een extreme liefde op voor Joe en begint hem te stalken. Tegelijk wil hij Joe ook bekeren tot zijn geloof. Parry drijft Joe tot waanzin en Joe’s relatie met Clarissa gaat er aan onderdoor, omdat Clarissa denkt dat Joe overdrijft, om niet te zeggen dat hij het allemaal zelf verzint.
Joe zondert zich af en vist in zijn eentje uit dat Parry aan het syndroom van De Clérambault lijdt, een ziekelijke aandoening waarbij iemand zich inbeeldt dat een ander verliefd op hem of haar is. Als lezer had ik weinig geduld met de geesteszieke Parry en het lezen van zijn ellenlange “liefdesbrieven” vond ik behoorlijk vervelend.
Ik vermoed dat de voornaamste aantrekkingskracht van het boek moet zitten in de twijfel of Joe gek is en alles verzint, of dat hij werkelijk wordt achtervolgd door Jed Parry, maar eerlijk gezegd, het kon mij niet zo heel veel schelen. Daarnaast is er ook nog “het raadsel van het sjaaltje”: in de wagen van de overleden John wordt een picknicktas en een sjaaltje van een onbekend vrouwspersoon gevonden, wat doet uitschijnen dat de gehuwde dokter met zijn minnares op stap was op het moment van de tragedie.
Het is dat ik van huis was en geen ander boek ter beschikking had dan dit, maar ik zou het aan de kant gelegd hebben. Een bizar ongeluk, een al even bizarre geestelijke stoornis, een mislukte aanslag (dat deel van het verhaal heb ik u bespaard), het vermeende overspel,.. Pfjew, dat was mij des Guten zuviel. De stoornis mag dan al een reële psychische aandoening zijn, IanMcEwan mag dan een meesterschrijver zijn, zijn bespiegelingen over genetica en wetenschap mochten dan interessant zijn, in dit boek heeft hij zo veel willen proppen dat het erover is.
“Atonement” vond ik zelf zeer goed. “Saturday” was ook best beklijvend. Maar echt dol ben ik niet op McEwan en na wat jij hebt geschreven, zal ik hem nu hoogstwaarschijnlijk ook wel weer even links laten liggen. Dank je voor de bespreking.
Mijn eerste McEwan was “On Chesil beach” en dat vond ik echt een pareltje. Dat mag je zeker niet links laten liggen! Het is maar een dun boekje; ik herinner mij dat ik bang was dat het te rap uit zou zijn.