Annick leest niet alleen, soms luistert ze ook al eens. Zoals gisteren bijvoorbeeld, tijdens de voorstelling “Hier is wat ik denk”, van Wouter Deprez, Vlaams cabaretier en komiek. Twee uur lang, laat hij u hard lachen, maar evengoed zit je af en toe wat ongemakkelijk op je stoel.
Deprez is net terug van een sabbatjaar in Zuid-Afrika, wat geestige vergelijkingen oplevert: over onze drang (of moet ik zeggen: illusie) om ons tegen alles te verzekeren bijvoorbeeld. Over hoe we onszelf verplichten het lichtende voorbeeld te zijn voor onze kroost. Over onveiligheid (een realiteit in Zuid-Afrika) en ons onveiligheidsgevoel (wat we zelf aanwakkeren door er ons in te wentelen). Over hoe we rennen van hot naar her en onze vrienden verwaarlozen: werken van maandag tot vrijdag, badmintonnen op vrijdagavond, verbouwen op zaterdag, nog een geluk dat we niet meer katholiek zijn…. dan kunnen we op zondagmorgen de ziel uit ons lijf koersen op onze racefiets.
Zorgen had Deprez zich gemaakt, daar in het verre Zuid-Afrika, om de crisis die hier in Europa had toegeslagen. Hij zag ons al aan de bedelstaf, maar de zaal bleef oorverdovend stil toen hij vroeg of er iemand in de zaal was die zijn werk was kwijtgeraakt. Als hij zijn show in Genk speelt zal dat hoogst waarschijnlijk anders zijn, maar toch, dat het elektronisch betaalverkeer een nieuw record had gebroken in de kerstperiode wijst niet op een achteruitgang van de welstand voor de meesten van ons.
Ook met onze manische zoektocht naar geluk, die bij elke volgende generatie belangrijker wordt, werd de spot gedreven. En seks natuurlijk, waar we meer over spreken dan in de praktijk brengen, is altijd een dankbaar onderwerp wanneer er gelachen mag worden. Daar had hij een moppenboekje met flauwe onderbroekenhumor voor, maar evengoed een prachtige “vijversketch”.
Deprez speelt een etter die er de meest grove dingen uitflapt, maar ondertussen laat hij je nadenken over dingen die wij normaal zijn gaan vinden en dat helemaal niet zijn, al zeker niet voor de volgende generaties. We doen te hard ons best, alles moet perfect zijn, gewoon goed is niet goed genoeg. We zouden meer eens “tè wa ta tè!” moeten zeggen. Dat klinkt op het eerste gehoor Zuid-Afrikaans, maar een West-Vlaming heeft geen vertaling nodig om te weten dat het staat voor “het is wat het is”.
Bij deze voorstelling betrekt Deprez de zaal iets minder dan in zijn vorige voorstellingen, nochtans een van zijn sterkste punten. Misschien was de voorstelling over zijn vader (Eelt), nog iets beter – iets meer afgelijnd – dan “Hier is wat ik denk”, maar ik heb toch intens genoten van mijn vierde avond Wouter Deprez. Gaat dat zien, als ’t nog niet uitverkocht is tenminste. Ik had mijn tickets voor de eerste voorstelling wel verdiend, ik had ze vorig jaar in juni al besteld.
Wouter Deprez toert nog anderhalf jaar door Vlaanderen en Nederland om zijn gedacht te verkondigen. Een interessant interview met hem kan je lezen in de Standaard.
Spijt dat ik zelf geen tickets heb … Misschien toch nog eens op zoek gaan.
Er zijn nog kaarten voor de voorstelling in Brugge op 7 april (zie http://www.wouterdeprez.be). Ik had per toeval kaarten voor de première in Gent.