De eerste zin: Het was een fantastische zomer.
Het verhaal: Ricardo Somocurcio wordt op zijn vijftiende verliefd op een meisje dat zich Lily noemt. Op een dag verdwijnt ze spoorloos en ontdekt hij dat ze hem alleen maar leugens heeft verteld. In de jaren die volgen komt hij haar op de meest onverwachte momenten tegen: als guerillastrijdster Arlette, als Mevr. Robert Arnoux in Parijs, als Mrs. Richardson in Newmarket, als vrouw van een Japanse maffiabaas (Kuriko),…Als ze hem kan “gebruiken”, blijft ze even bij hem, maar van zodra ze een betere partij aan de haak heeft geslagen, laat ze Ricardo vallen als een baksteen. Ondanks haar kilheid en liefdeloosheid, blijft Ricardo zijn hele leven verliefd op “het Chileentje”.
Een verklaring voor het gedrag van la niña mala is dat ze zeer armoedig is opgegroeid en desnoods over lijken gaat om in weelde te kunnen leven, dat ze rijkdom boven liefde stelt. Maar toch, als lezer zou je denken dat ze iets sneller mag doorhebben dat geld alleen niet gelukkig maakt. En van Ricardo is het niet te begrijpen dat hij zijn leven lang in dezelfde val blijft trappen en van haar blijft houden. Maar Vargas Llosa brengt het op zo’n manier, bijna sprookjesachtig, dat het verhaal blijft boeien.
De zeventien dagen die ik moest wachten voor het zover was, herinner ik me als nevelvlekken met plotselinge aanvallen van koud zweet en jeugdige opwinding zodra ik me voorstelde dat ik het Peruaanse meisje terug zou zien, en slapeloze nachten waarin ik niets anders deed dan mezelf verwijten maken: ik was een idioot die weer in dezelfde fout verviel door nog steeds verliefd te zijn op een zottin, een avonturierster, een vrouw zonder scrupules met wie geen enkele man, en ik nog het minst van allemaal, een stabiele relatie zou kunnen onderhouden zonder uiteindelijk vertrapt en vernederd te worden.
Het boek is doorspekt met de Peruaanse geschiedenis, humor en erotiek.
In de lift kuste ik haar vertwijfeld en terwijl ik haar kuste, zei ik dat ik haar nooit zou vergeven dat ze uitgerekend vanavond zo mooi was, op het moment dat ik had ontdekt dat haar oortjes een wonderbaarlijke minimalistische schepping waren. Ik aanbad ze en ik zou ze dolgraag afsnijden, balsemen en in de jaszak die ik het dichtst bij mijn hart zat meenemen op mijn reizen over de wereld.
Een liefdesverhaal dat je als lezer de vraag doet stellen: waarom is de ene liefde rustig en rationeel en de andere passioneel? En kan passie een heel leven lang blijven duren, zoals Vargas Llosa ons in dit boek wil doen geloven?
Misschien wil ze gewoon meer pit en spanning dan in een gewone “saaie” relatie. Ze heeft teveel ontberingen doorstaan om met iets generieks tevreden te zijn, ze wil misschien graag bijzonder zijn met, een in zekere zin, machtspositie en een hoge sociale status. Weelde is daar slechts één aspect van.