Drie boeken

De laatste jaren heb ik minder tijd om boeken te lezen, maar ik heb het gemis deels gecompenseerd door onderweg in de auto naar de podcast Drie boeken te luisteren. Daarin vraagt radiomaker Wim Oosterlinck aan een (vaak) bekende Vlaming welke drie boeken we moeten gelezen hebben. Ik vind het een zalige podcast. Ik durf stellen dat het luisteren naar mensen die vertellen over hun favoriete boeken bijna even leuk is als zelf een goed boek lezen. Zeker op de ontspannen en intelligente wijze waarop Oosterlinck het aanpakt. 

In het begin luisterde ik enkel naar de afleveringen met figuren die ik kende uit de media. Ik heb genoten van de afleveringen met Peter Hinssen, Lien Van De Kelder, Bart Somers, Mia Doornaert, Wim Opbrouck, Tinne Van der Straeten, Erik Vlaminck, … Maar ondertussen heb ik ontdekt dat ook de voor mij onbekende Vlamingen luisterplezier opleveren. De aflevering met Amir Bachrouri, huidig voorzitter van de jeugdraad, of theatermaakster Jozefien Mombaerts zijn daar een mooi voorbeeld van. 

In een recente aflevering vertelde Stefan Hertmans dat de Duitsers het woord “Sitzfleisch Glück” gebruiken om het plezier aan te duiden van urenlang op je achterwerk te zitten en daarbij een goed boek te lezen. Voor mij heeft Drie boeken alleszins ook al veel zitvleesgeluk opgeleverd. Dankjewel, Wim Oosterlinck!

Portugal in boeken

Een goeie 10 jaar geleden gingen we voor het eerst naar Portugal en sindsdien is het land hier ten huize de favoriete vakantiebestemming. Vier jaar geleden begon ik ook de taal te studeren. Voor mijn medestudenten in de taalklas en voor alle andere liefhebbers van Portugal lijst ik hier enkele boeken over het land op.

De witte stad – Jule Hinrichs

Een absolute aanrader is “De witte stad” van Jule Hinrichs. De titel laat uitschijnen dat het boek enkel de geschiedenis van Lissabon verhaalt, maar in werkelijkheid krijg je de geschiedenis van Portugal als geheel te lezen: van de bezetting door de Moren in 711 tot de toetreding tot de EU in 1986. Boeiend en excellent geschreven!

Portugal! Portugal! Portugal! – Lieke Noorman

Van een minder hoog niveau was “Portugal! Portugal! Portugal!” van Lieke Noorman. De onderwerpen die aan bod komen zijn nochtans interessant: de dictatuur onder Salazar en de ambigue houding die de Portugezen vandaag nog hebben ten opzichte van de vroegere dictator, de liefde van de Portugezen voor de stokvis, de Portugese diaspora (blijkt dat twee miljoen van de twaalf miljoen Portugezen in het buitenland wonen!),…

Noorman blijft iets te anekdotisch en oppervlakkig. Was ik destijds niet aan huis gekluisterd door een corona-lockdown, ik had het boek waarschijnlijk niet uitgelezen.

Vila Pouca – Gerrit Komrij

Veel beter was “Vila Pouca”. In korte verhalen vertelt Komrij hoe het er aan toegaat in Vila Pouca de Beira, een dorpje van 86  zielen waar hij in 1988 ging wonen. En dat is toch wel wat, voor een ogenschijnlijk rustig dorpje. 

Twee oude mannetjes, respectievelijk 88 en 92 krijgen het aan de stok over een “wulpse schone”, waarbij de een de ander het ziekenhuis in mept. Twee onechte kinderen van doutor Marques maar van verschillende moeders, maken zonder het te weten samen een kind. De zwangere wordt vermoord door haar stiefvader, een oorlogsveteraan met een post-traumatisch syndroom uit Angola. Een makelaar verkoopt slecht geïnformeerde Nederlanders bouwvallen die twee weken na het sluiten van de verkoop instorten.

Komrij vertelt het allemaal op droogkomische wijze. Een fragment:

Dokters houden er een spreekuur op na. Je kunt zelfs een afspraak met dokters maken. Dat lijkt schitterend, maar het betekent niets. Elk spreekuur van elke dokter begint hier om negen uur en ook als je om elf uur afgesproken hebt is het je geraden om negen uur aanwezig te zijn. Op raadselachtige wijze is elke wachtkamer op dat tijdstip al tot de laatste kruk bezet. Je wacht en wacht en nooit weet je wie er aan de beurt is. Intussen ben je op je dooie gemak getuige van een gaan en komen van mensen die om een of andere reden geen afspraak hebben. Neven, nichten, zakenrelaties. Zo kruipt de dag voorbij.

De auteur is kritisch voor de Portugezen, maar steeds liefdevol. Voor zijn landgenoten is hij minder mals: 

Een op de tien instromende Nederlanders wordt, schat ik, zelf makelaar. Zodra ze een paar woordjes Portugees onder de knie hebben beginnen ze in huizen te doen. Ook in een geheel vernieuwd leven verdampt de drang van Nederlanders om elkaar te besodemieteren niet. 

Portugal, de bloem en de sikkel – Rentes de Carvalho

In een eerdere blogpost schreef ik al over “Portugal, de bloem en de sikkel“. Een boekje van Rentes de Carvalho dat dateert van kort na de Anjerrevolutie, maar zeker nog de moeite is om te lezen.

Tips welkom!

Hebt u andere interessante boeken gelezen die mij iets kunnen bijleren over het leven in Portugal en die verder gaan dan de klassieke reisgids, dan mag u deze zeker in de commentaren achterlaten. Obrigadinha!

Haar – Kathleen Vereecken

“Haar” vertelt het verhaal van een gezin met drie dochters. We volgen ze van de zomer waarin moeder Lena overlijdt, tot de dag waarop vader Ivo sterft. Hoewel de vader ook een stem krijgt in het boek, is het vooral een boek van en over vrouwen. Over de vragen die zij zich stellen (kan ik een goeie moeder zijn?, bijvoorbeeld), over de dingen waar ze mee worstelen en over hoe ze met elkaar omgaan. Haar - Kathleen Vereecken

De zussen lijken weinig op elkaar. De jongste zus, Hanna, weet vaak niet van welk hout pijlen te maken en verliest zich in esoterie. De middelste zus Catherine is meer evenwichtig en is kunstzinnig aangelegd. De oudste, Suzanne, wordt voorgesteld als eerder rationeel. Ze zijn heel verschillend, maar wat hen verbindt is dat ze alledrie de nodige tegenslagen te verwerken krijgen.

De titel van het boek verwijst naar de vraag waarom schijnbaar vele vrouwen voor een kort kapsel kiezen op een gegeven moment in hun leven. Lang geleden las ik in EOS Magazine waarom dat zo is (*) en ik heb het altijd onthouden, omdat ik het zo opmerkelijk vond. Doorheen het boek speelt de schrijfster met dit gegeven:

Er was alleen maar de vraag. Zouden zij straks hun haren afknippen, zoals alle vrouwen vroeg of laat leken te doen? Omdat ze getrouwd waren. Omdat ze kinderen kregen. Omdat het ware leven geen frivoliteiten verdroeg. Omdat ze meisje af waren, en de wereld dat mocht zien. Hij zag het in zijn familie, in hun vriendenkring, op straat, overal.

Kathleen Vereecken weet hoe ze haar lezers kan boeien. Ze schrijft heel vlot; ze hoeft niet onder te doen voor – pakweg – Griet Op de Beeck. Het leven is vallen en weer opstaan, zo lijkt ze ons te vertellen. En ze doet dat op een ingehouden manier, zonder bombarie. Dat vond ik heel mooi. Het geheim van vader Ivo helpt om de spanning er in te houden, maar zonder had ik het zeker even snel uitgelezen.

(*) Antropologen hebben vastgesteld dat veel vrouwen, onafhankelijk van hun culturele achtergrond, hun haren kort knippen nadat hun kinderwens vervuld is. Lange haren zijn een teken van jeugd en vruchtbaarheid. Je haar kort knippen is dus als het ware aan je omgeving duidelijk maken dat de periode van voortplanting voorbij is.

Turkije aan de Leie

Op reis las ik een boek over de geschiedenis van Portugal, maar er zat ook een boek over een stukje Gentse geschiedenis in mijn valies. In Turkije aan de Leie, wordt het verhaal van de Turkse gemeenschap in Gent verteld. Van de allereerste Turken die hier in de jaren zestig neerstreken om te komen werken in de textielsector, tot de gemeenschap van 20.000 Gentenaren met Turkse roots vandaag. Turkije aan de Leie

De eerste Turken werden door de bevolking redelijk gastvrij onthaald. De overheid deed weinig tot niets om deze mensen te helpen met huisvesting of scholing. Men ging er van uit dat ze na enige jaren terug zouden gaan naar Turkije (dat dachten de Turken zelf ook).

Maar ze bleven en er kwamen steeds meer streekgenoten uit Emirdag (maar ook uit Istanboel) naar België. Eerst op aanraden van vrienden, later via gezinshereniging en huwelijksmigratie.

Toen de crisis halverwege de jaren 70’ in België toesloeg, begon de houding van de Belgen ten aanzien van migranten te veranderen. Pas in de jaren ‘80 zag de overheid in dat de migranten hier waren om te blijven en dat deze nieuwe Belgen wat ondersteuning konden gebruiken. Dat frappeerde mij wel, dat onze overheid zò laat in actie is geschoten.

De Turkse migratie naar Gent is blijkbaar een vrij specifiek geval:

In andere Belgische steden deed de migratiestop de diversiteit toenemen, maar Gent werd juist homogener. Tot vandaag vormt Gent daardoor een unicum in België: nergens anders is één nationaliteit zo oververtegenwoordigd als in Gent en nergens anders is één regio zo duidelijk aanwezig. Gent geldt daardoor internationaal als typevoorbeeld van een stad met “getransplanteerde gemeenschappen.”

Tina De Gendt doorspekt de geschiedenis van de Turkse Gentenaren met anekdotes. Dat maakt het verhaal levendig en makkelijk leesbaar. Helaas overdrijft ze daarmee, waardoor sommige hoofdstukken aaneen hangen van banale vertellinkjes.

Een beetje meer afstand en een zakelijker toon zou de tekst mijns inziens deugd gedaan hebben. Maar toch ben ik blij dat ik het boek heb gelezen, al was het maar omdat ik iets heb bijgeleerd over mijn stadsgenoten met Turkse roots.

Portugal, de bloem en de sikkel – J. Rentes de Carvalho

Portugal is de laatste jaren uitgegroeid tot het favoriete vakantieland hier ten huize. De wilde rotskusten in het Zuid-Westen, de Douro in het Noorden, de levada’s in Madeira, Lissabon, Coimbra, Guimaraes,… Elk jaar vinden we een andere reden om terug te gaan. Ter plekke iets lezen over de cultuur en de geschiedenis van het land maakt de reis alleen interessanter, vind ik. En ziedaar, de bib bediende mij op mijn wenken door Portugal, de bloem en de sikkel in hun etalage te zetten!

Rentes de Carvalho vertelt hierin de geschiedenis van Portugal, met een focus op de periode 1910-1975. Zijn voornaamste punt is dat de zo bejubelde Anjerrevolutie in 1974 – waarbij de fascistische dictatuur ten val is gekomen – in de feiten weinig heeft veranderd. coverrentesdef

De elites van nu zijn dezelfde als die van vroeger; er zijn een paar mensen bij gekomen, degenen die handig genoeg waren om te juister tijd op te klimmen en een post te bezetten; er zijn er een paar tijdelijk afgevallen, degenen die, in het buitenland, onbekommerd wachten op betere dagen die zeer zeker zullen komen. Net zoals in de oude Republiek van 1910 met haar vijfhonderd ministers, komt het er ook nu op aan minister te zijn, zich te verzekeren van de revenuen van morgen.

De auteur maakt op meedogenloze wijze komaf met de gekuiste versie van de vaderlandse geschiedenis die hij op de schoolbanken voorgeschoteld kreeg. Hij zet kanttekeningen bij het “Grote Portugese rijk” dat Portugal is geweest (“op zee een anarchie van roverij, te land een aaneenschakeling van bloedige plunderingen”). En hij plaatst het “bondgenootschap” met de Engelsen in perspectief:

Deze bondgenoten van ons, de oudste van alle die we gehad hebben, hadden al gauw door hoe profijt te trekken van die vriendschap, en men kan zeggen dat Portugal, vanaf de veertiende eeuw tot vrij kort geleden, afhankelijk is geweest van Groot-Brittanië, waaraan het alle voordelen van een kolonie heeft geboden en geen enkele van de bijbehorende strubbelingen.

De Carvalho toont aan dat zowel de koningen als de latere fascistische dictators het land in een diepe crisis brachten en de bevolking maar twee keuzes lieten: honger lijden of emigreren. Hij maakt ook pijnlijk duidelijk dat de katholieke kerk steeds een trouwe bondgenoot was van de heersende elite en zo die jarenlange crisis mee mogelijk maakte.

De toon van de Carvalho is vlijmscherp en cynisch, maar naar mijn aanvoelen rechtvaardig. Ik vond het heerlijk om te lezen. Het enige wat mij speet, is dat de geschiedschrijving stopt in 1975 (het boek dateert uit dat jaar). In het nawoord trekt Arie Pos de geschiedenis wel door tot vandaag. Maar helaas heeft hij weinig goed nieuws:

Ook de laatste jaren verlaten weer vele tienduizenden Portugezen het land waar ze geboren zijn en dat hun geen menswaardig bestaan kan bieden. (…) Steeds opnieuw zijn het de bestuurlijke elites met hun clansolidariteit die het land door hun spilzucht ten gunste van politieke vriendjes en hun onverantwoordelijk bestuur op de rand van het bankroet brengen.

Een aanrader voor de liefhebbers van geschiedenis en/of Portugal. Het boek verscheen pas in 2014 voor het eerst in een Portugese vertaling. Dat toont aan dat de inhoud lange tijd moeilijk te verteren was voor een aantal mensen, maar ook dat het boek actueel is en vandaag nog steeds de moeite waard om te lezen.